No 1982 NL Tiebosch Uitgeversmaatschappij bv Amsterdam
Vertaling: Jacob Bigge
ISBN 90 6278 583 2
Gescand en bewerkt @ 2016 John Yoman
Actie-Pockets Amsterdam
Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
No part of this book may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
Hoofdstuk 1
Gewoonlijk doen plotselinge veranderingen me niets. Die beschouw ik als het risico van het vak.
In wezen kan ik me niets saaiers voorstellen dan een gewoon negen-tot-vijf bestaan, waarin niets ooit verandert. In mijn loopbaan bij AXE heb ik geleerd met de plotselinge veranderingen mee te draaien als landen, munteenheden, taal en mensen binnen het uur een andere vorm aannemen.
Maar het plotselinge van de verandering vanavond overdreef het wel een beetje.
Ik had nauwelijks meer dan dertig minuten van haar weelderige aanwezigheid genoten. We hadden samen een uitstekende cognac gebruikt, hadden elkaar verkend met op de achtergrond de zachte muziek van John Coltrane en waren, toen de tweeëneenhalve meter van de comfortabele bank een te grote beperking gingen inhouden, verhuisd naar het kingsize bed.
Het valt te begrijpen dat de plotselinge verandering van al dat beschaafde gerief naar mijn huidige ongemak te plotseling was.
Alles om me heen scheen donker en glibberig. Mijn geest vocht als een bezetene om bij bewustzijn te blijven, maar ik kreeg in het geheel geen hulp van mijn lichaam. Toen mijn oogleden zich trillend wilden openen, vertelde dat kleine beetje gezonde verstand dat er nog over was en dat men lijfsbehoud noemt me ze gesloten te houden tot ik wist waar ik was, verdomme, was - en wat belangrijker was, wie er bij me waren. Eén ding wist ik zeker: ik behoorde nog steeds tot de levenden.
De eerste, diepe ademhaling toen ik bij bewustzijn kwam, scheurde door mijn longen als vloeibaar vuur. Ik onderdrukte de kreun van een folterende pijn die al halverwege mijn keel was. Mijn tanden klapperden op dezelfde, gestage trilling die zich verplaatste van mijn tenen tot aan mijn oogballen. Al mijn gevoelszenuwen begonnen plotseling te functioneren en mijn brein te overstromen met boodschappen. Eén voor één sorteerde ik ze in een poging uit te vinden waar ik was.
Eén: ik lag plat op mijn rug. Dat was simpel. Twee: ik was nog steeds naakt. Dit feit was gemakkelijker in te zien dan te accepteren, aangezien ik het soort mens ben dat graag zelf beslist waar en wanneer hij ongekleed verschijnt. Drie: mijn naaktheid was gedeeltelijk bedekt door een deken die kriebelde als de neten. Op het moment dat ik tot de slotsom kwam dat ik ten zuiden van mijn navel moest krabben om geen totale krankzinnigheid te riskeren, ontdekte ik nummer vier: ik was stevig aan handen en voeten gebonden. Soms kan de ene fysieke kwelling je de andere doen vergeten of die doen verminderen. De spieren aan de onderkant van mijn rug gingen plotseling over in een kramp van pijn en ik vergat het krabben volledig.
Ik weerstond de drang om me te bewegen. De pijn bleef, toen ging die over in een dof gevoel. Ik concentreerde me op de omgeving van mijn stuitbeentje en realiseerde me dat de trilling die ik eerder al voelde daar gelegen was. Voorzichtig drukte ik mijn achterwerk naar achteren en voelde de cilindervormige klomp metaal onder de dikke vloerbedekking. Het moest het cardanhuis van een auto zijn. Ik drukte mijn schouders tegen de vloerbedekking om die verder te verkennen. Die was weelderig en duur. Ik stak de tenen van mijn voeten zo ver uit tot ik iets aanraakte dat de onderkant van het achterportier moest zijp. De gladde koelte van het oppervlak duidde op leer of vinyl.
Toen zette ik mijn neus aan het werk. Langzaam haalde ik een volle teug van de mij omringende lucht naar binnen. Leer. De geur van leer was vermengd met die van uitlaatgas en sigarenrook en dat schonk me ten slotte een volledig beeld. Ik lag plat op mijn rug op de vloer van een chique auto (waarschijnlijk een buitenlands merk), was aan handen en voeten gebonden en werd bewaakt door een sigarenrokend schoelje dat waarschijnlijk zijn voeten op de dure bekleding van de achterbank had. De wagen reed met een snelheid van ongeveer honderd kilometer per uur over een snelweg; het was nacht en ik was even hulpeloos als naakt.
De hoestbui brak uit me los en verscheurde de stilte als een bom. Het was die vervloekte sigarenrook. Zo gaat dat nu altijd met me. Een paar zware laarzen kwamen me gezelschap houden op de vloer. De ene stootte me tegen mijn dijbeen, de andere porde in mijn ribben. Ik hield mijn ogen gesloten, maar voelde dat iemand op me neerkeek van de bank boven me. Ik hoorde de veren bewegen door het verplaatsen van een gewicht, ik voelde een zware ademhaling dicht bij mijn gezicht en toen was de sigarenrook overal om me heen. Het zou zijn verdiende loon zijn als ik die schoft recht in zijn gezicht hoestte. Maar ik wist nog niet wie mijn bewaker was.
'Ik geloof dattie bijkomt..
Het Cockney accent kwam van die gast boven me, de eigenaar van die smerige sigaar en de zware laarzen.
'Zorg dat je het plakband klaar hebt voor als het zover is en houdt hem stil.'
'Oké.' Ik hoorde de veren weer toen de Cockney achterover leunde in de bekleding. Zijn gemak was echter van korte duur.
'Sluit de afscheiding, Charley. Die verrekte sigaar van je maakt me misselijk.'
Ik hoorde het glas op z'n plaats schuiven, me eens te meer alleen latend met Charley.
De auto ging langzamer rijden en toen de Duitse bestuurder de rem intrapte, rolde ik op mijn zij naar de voorbank toe. Ik opende mijn ogen een kiertje en zag dat we geraakt werden door heel wat licht van boven. De wagen kwam bijna geheel tot stilstand en Charley stak zijn hand uit en trok de deken over mijn hoofd. Dankbaar deed ik mijn ogen voor het eerst geheel open. Ik zag geen flikker, maar ik hoorde de motor van een andere wagen vlak achter ons. Ergens klonk een claxon. We stonden in een file, misschien bij een brug of een tolhuisje. Ik luisterde aandachtig. Als ik een ontsnapping wilde wagen, zou dit wel eens mijn eerste en laatste gelegenheid kunnen zijn. Ik probeerde de touwen om mijn polsen ... het was vakwerk. Vervolgens probeerde ik de boeien rond mijn enkels ... strak, maar iets losser. Ik had een paar kostbare centimeters speling die het me mogelijk konden maken mezelf op te heffen naar het raampje om om hulp te roepen. Charley moet mijn gedachten hebben gelezen, want toen ik dat overwoog, werd de deken van mijn gezicht naar beneden getrokken. Weer sloot ik mijn ogen en wachtte op de volgende zet van de Cockney. Ik hoefde niet lang te wachten, want Charley tilde mijn hoofd van de vloer met een vlezige hand en drukte met de andere hand een groot stuk hechtpleister over mijn mond, daarmee de mogelijkheid om hulp te schreeuwen eliminerend. Toen trok hij de deken weer over mijn hoofd heen. Ik hoorde de afscheiding weer openschuiven en de keelstem van de bestuurder een volgend bevel snauwen.
'Over een paar seconden zijn we bij het tolhuisje. Zorg ervoor dat hij niets probeert uit te halen.'
'Hij is nog steeds zo mak als een lammetje,' antwoordde Charley.
'Goed, hou hem zo. Ik moet de weg vragen.' Toen sloeg de glazen afscheiding weer dicht. Ik voelde ons langzaam naar voren bewegen. Door de deken heen zag ik de wagen plotseling overgoten worden door licht. We moeten nu bij het tolhuisje zijn, dacht ik en probeerde de boeien rond mijn enkels weer, terwijl ik aandachtig luisterde.
'Pardon, meneer,' het was de stem van de Duitser, elke lettergreep zalvend omkledend, 'welke afslag moet ik hebben voor Herndon?'
'De derde afslag links. Ongeveer dertig minuten rijden. Het is duidelijk aangegeven, kan niet missen.'
Het was nu of nooit. Ik kromde mijn rug, trok snel mijn gebonden enkels onder me en spande elke gepijnigde spier om me op te drukken van de vloer.
Ik was halfweg het raampje toen Charleys laarzen vierkant in mijn maag terechtkwamen. Hij dwong me terug naar de vloer en schopte alle adem uit me. Ik denk dat ik tegen de pleister schreeuwde, maar ik weet het niet zeker meer want schitterende kleuren schoten door mijn geest heen voor ik weer het bewustzijn verloor.
Hoofdstuk 2
Ik bevond me middenin een wilde caleidoscoop. Het was een bizarre mengeling van werkelijkheid en fantasie, allemaal uitgedacht door Fellini. Lorna Terry's naaktheid lonkte naar me vanaf een enorm bed, minstens zo groot als een huizenblok. Ik wilde naar haar toe rennen, maar ik rende in slow motion, met een nevel van groen aan alle kanten om me heen. Toen ik bijna haar uitgestrekte armen had bereikt, sprong er iemand op het bed voor me. Ik draaide het hoofd van de verstoorder om en zag tot mijn verbazing dat de onwelkome gast senator Robby Hanson was die breed naar me lachte, me een jongensachtige knipoog gaf en al zijn aandacht weer op Lorna Terry richtte die het allemaal goed scheen te vinden.
Ik hoorde haar 'Loving you is the hardest thing I know' zingen. Maar hoe ze erin slaagde daarmee door te gaan, terwijl de senator haar mond bedekte met die van hem, weet ik niet meer. Ik stak mijn hand uit in een moeizame slow motion, greep zijn schouder beet en slaagde erin hem weer om te draaien. Toen ik het gezicht zag, bemerkte ik dat het niet langer Robby Hanson was, maar Gerard Schillinger, de geachte Minister van Buitenlandse zaken van de vs. Hij keek op en hoewel ik niets kon horen, wist ik dat hij om hulp schreeuwde. Toen ik hem losliet, vloog hij plotseling in een miljoen kleine stukjes uiteen en loste hij op in een groene nevel.
Zelf was ik ook een beetje groen geworden die dag in Hawks kantoor. Ik luisterde naar een telefoongesprek van hem met de enige man die hij 'meneer' noemt.
'Ja, meneer.' Hawk knikte heftig in de hoorn. 'Op honderdvijftig kilometer buiten de kust van Ierland is nog iets van de romp teruggevonden. Nee, meneer. Het werd onmiddellijk vernietigd. Geen enkel spoor. Hij zweeg even en nam me voor een ogenblik op voor hij in de telefoon zei: 'Ja ... behalve een verandering in het personeel van AXE is het plan hetzelfde. Ja, meneer. Dank u.'
Hij hing op. Toen het rode licht uitging, hoorde ik de elektronische sloten op Hawks drie kantoordeuren openklikken.
Die ouwe verspilde geen moment. 'Nick, wat heb je gelezen over het Permanente Wereldvrede Plan van minister Schillinger?'
'Genoeg om te geloven dat het het eerste voorstel is voor een duurzame vrede dat misschien kans van slagen heeft.'
Hawk liep van zijn stoel vandaan en kwam langzaam naar me toe met de gratie van een geveltoerist. Elke keer dat ik hem zie, moet ik mezelf eraan herinneringen dat hij in de zestig is; zijn lichaam heeft nog steeds de gemakkelijke manier van beweging en van coördinatie als van iemand die half zo oud is.
Ik dacht over zijn vraag na. Permanente Wereld Vrede, PWV. Deze drie letters waren de afgelopen zes maanden nauwelijks uit de kranten weggeweest. Het plan was het geesteskind van de onlangs aangestelde Minister van Buitenlandse Zaken, Gerard Schillinger. Het plan was tevens verantwoordelijk voor de recentelijke herverkiezing van de president.
Het idee achter PWV had tot de verbeelding gesproken van mensen overal ter wereld. Parades, acties, gelden schoten op om steun te geven van Washington tot aan Rio.
Het was Schillingers overtuiging dat de enige weg naar vrede was om de instrumenten van de oorlog uit handen te nemen van de regeringen en ze over te geven aan hen die die regeringen kozen en dienden. Het eerste, internationale symposium over het in de praktijk brengen van PWV was gepland op over een week in Parijs.
Hawk had zich omgedraaid en drukte de koperen knop in opzij aan zijn bureau. Het grote schilderij voor ons gleed weg en maakte plaats voor een verlichte wereldkaart. Verschillende gekleurde lichtjes knipperden aan en uit - ze vertegenwoordigden de verblijfplaats van elke AXE-agent; de zwakkere, witte lichtjes gaven de locaties aan van het CIA-personeel.
Een opgloeiende rode cirkel voor de kust van Ierland gaf een punt van moeilijkheden aan - de plaats waar AXE nu actief was. Identieke, rode cirkels gloeiden bij Moskou, Parijs, Bonn, bij alle hoofdsteden van de wereld. Dat waren de steden waar de PWV acties en toekomstige conferenties plaats zouden vinden. Op de kaart zagen ze er allemaal uit als roodgloeiende kolen die op het punt stonden in vlammen uit te breken.
'Is er in Londen iets gebeurd met Schillingen?' Ik had mijn ogen nog steeds op de kaart.
'Nee, het gebeurde hier.' Hawk wees met een vinger op de gloeiende cirkel voor de kust van Ierland. 'Zijn vliegtuig stortte neer - ontplofte in een duizend stukjes.'
Mijn bloed stolde plotseling. Schillinger dood, terwijl miljarden mensen over de hele wereld naar hem uitkeken, terwijl hij het hart was van het PWV - de gedachte was verdovend. Terwijl de journaalbeelden van gisteravond hadden laten zien dat hij arriveerde in Londen.
Toen ik een zweem van de vertrouwde glans zag in Hawks ogen wist ik dat ergens, op de een of andere manier, Gerard Schillinger nog steeds in leven was en dat AXE degene die het vliegtuig had opgeblazen te slim af was geweest. 'Herinner je je nog het nieuws van gisteren?' vroeg Hawk. Toen hij een andere knop indrukte waarmee hij het televisiescherm in de andere hoek van het kantoor tot leven bracht, realiseerde ik me dat hij van plan was me de dingen zelf uit te laten werken. 'Hier heb je de videoband die werd uitgezonden.'
Een beeld flitste aan op het scherm, dezelfde beelden die ik de avond ervoor had gezien. Honderden mensen, misschien duizenden, stonden langs de hekken van een enorm vliegveld. Ze schreeuwden en zwaaiden. Dan de stem van de commentator: 'Een uitbundige menigte was vroeg op de been toen het toestel van Gerard Schillinger landde op de Londense luchthaven Heathrow.' De kamera's zwenkten naar Schillinger die lachend en zwaaiend in de. open deur van zijn straalvliegtuig stond. Hij sprak vol vertrouwen, verheugd over de aanstaande PWV activiteiten.
Hawk drukte op de knop en het scherm werd donker.
'Dit zijn de beelden die over de hele wereld werden uitgezonden - behalve in Engeland. Daar zagen ze dit.' Hij drukte de knop in en het scherm kwam weer tot leven, met een exact duplicaat van het gebeuren dat ik net had gezien. Maar de woorden van de commentator waren anders.
'Een uitbundige menigte was al vroeg op de been toen het vliegtuig van Gerard Schillinger landde op het vliegveld van Dublin. Hoewel zijn aankomst in Ierland niet aangekondigd was, waren er minstens duizenden mensen om ... ' Het scherm werd donker.
'Goed,' zei ik, 'zijn vliegtuig is niet geland in Londen of in Ierland - die valse beelden zijn er alleen om de wereld ervan te overtuigen dat hij dat wel deed.' Ik had een deel van het verhaal, maar niet alles. Betekenden deze valse beelden dat Schillinger dus toch dood was? 'Zijn vliegtuig stortte dus echt neer bij Ierland en hij is echt... '
Maar van Hawks glimlach wist ik dat dat niet zo was.
'De journaalbeelden zijn inderdaad vals. Een presentje van de Amalgated Press en Wire Service.' Ik grinnikte. De Amalgated Press was de dekmantel waaronder AXE opereerde.
'Maar als we jou bedotten,' vervolgde Hawk, 'mogen we hopen dat we Schillingers vijanden kunnen bedotten, wie dat ook zijn.'
Ik bestudeerde de gelaatstrekken van de man die naar me lachte vanaf het scherm dat Hawk weer had aangezet. Het was Gerard Schillinger. En toch liet Hawk me duidelijk weten dat hij het niet was. Het dunnende haar, de bruine ogen waren dezelfde als op de foto's die ik van de man
had gezien. De scherpe neus en de volle lippen dezelfde als van het gezicht dat nog maar drie weken geleden op de omslag van Time had gestaan.
'Als het een dubbelganger is,' zei ik, half vragend want ik kon het nog steeds niet geloven, 'dan is het een tweeling zoals ik nog nooit heb gezien.' Van de verandering in Hawks uitdrukking wist ik dat ik raak had geschoten, dus meer op mijn gemak ging ik verder: 'Waar ter wereld heeft u die kunnen vinden?'
'Kansas City, geloof het of niet.' Terwijl hij dat zei draaide Hawk zich om en bestudeerde samen met mij het gezicht op het scherm. 'We hebben elke laatste bijzonderheid van Schillinger aan de computer gevoed: leeftijd, lengte, gewicht, kleur ogen, zelfs het recept van zijn contactlenzen ... en twintig minuten later kwam de machine op de proppen met de naam van David J. Cohen, handelaar in ijzerwaren uit Kansas City.'
'Ex-handelaar in ijzerwaren,' mompelde ik, want ik wist dat wat er ook over mocht zijn van Mister Cohen nu ronddreef in de Atlantische Oceaan.
Hawk drukte op de knop en het glimlachende gezicht van David J. Cohen vervaagde voor de laatste maal. 'We hebben Cohen van het gevaar op de hoogte gesteld, zelfs de zaken een beetje overdreven. Maar hij zei dat hij voor PWV alles zou doen - zelfs naar Engeland zwemmen ... '
Toen Hawk de ironie van zijn woorden realiseerde, stierf zijn stem weg.
Ik zag het nu duidelijk voor me en liep op de zaken vooruit. 'Dus onze C7 zorgt ervoor dat de echte Schillinger in Londen aankomt.'
Hawk knikte, liep toen om zijn bureau heen en maakte de bovenste la open. Hij haalde er een stuk zilver uit dat eruitzag als de helft van een geponste computerkaart, liep ermee naar de kantoorkasten in de andere hoek en stak het stuk metaal erin. De voorkant van de zwarte kasten gleed weg en omhulde Hawks ronde muurkluis.
Ik keek naar de lens die boven de kluis in de muur zat en voelde mijn spieren onwillekeurig spannen. Ik was hier eerder getuige van geweest en elke keer schoot hetzelfde woord door mijn hoofd - wegwezen! Want de kluis bevatte, naast de topgeheime documenten van AXE, voldoende explosieven om zichzelf en iedereen in het kantoor in de lucht te doen vliegen.
Hawk raakte een hendel aan opzij van de kluis en een plotseling licht verblindde me even. Tot zover ging alles nog goed, de lens fotografeerde Hawk zoals hij voor de kluis stond. Het legde nu zijn beeld vast en bracht dat nu lijn voor lijn over naar de geheugenbank van een computer die zijn foto bewaarde en die computer was direct verbonden met het ontstekingsmechanisme binnenin. Als er iemand anders voor de lens stond als het licht ging branden dan zou de computer zijn dodelijke boodschap overbrengen naar de ontsteking van de kluis - en Bang!
Hawk had me een keer verteld dat hij elke paar weken de computer opnieuw moest programmeren met een recente foto van hemzelf, want zo fijn was het identificatie mechanisme afgesteld. 'Zelfs een nieuwe grijze haar zou een negatieve identificatie kunnen inhouden - en God verhoedde me dat ik het ding een keer openmaak als ik me heb vergeten te scheren.'
Kennelijk accepteerde de computer zijn gezicht, want de kluisdeur zwaaide open. Hawk haalde er een envelop uit, keek weer in de lens en raakte de hendel aan.
Het licht flitste en de deur zwaaide dicht. Hawk liep terug naar zijn bureau, terwijl de voorkant van de kasten weer op zijn plaats gleed.
Ik wilde hem vertellen dat ik liever had dat hij dat ritueel uitvoerde als ik niet in het kantoor was, maar ik hield mijn mond dicht. Hij was al bezig mij mijn dekmantel te beschrijven.
'Jij bent Ned Crawford, president van het World Wide Talent Agency, met kantoren in alle belangrijke steden ... ' Zoals zovele aliassen van AXE bestond Crawford al vele jaren op papier, wachtend op het moment dat een AXE-opdracht hem werkelijkheid zou doen worden.
Hawk was net klaar met zijn uitleg van mijn nieuwe identiteit en overhandigde me de envelop met credit cards en andere persoonlijke papieren, toen een schrille fluittoon opklonk. Zonder iets te zeggen, draaide hij zich om in zijn stoel en keek naar de kaart met de gloeiende lichtjes. Een oranje licht op een klein eilandje in de Caribische Zee brandde helderder dan de rest. Ik wist wat het betekende -een AXE-agent in moeilijkheden.
'Goed, Nick,' zei hij snel, 'informatie over de details van je opdracht zit hierin' - hij gaf me een map - 'en je hebt de gegevens over je identiteit.' Hij keek niet naar me terwijl hij sprak; hij was bezig zijn aktetas te vullen met papieren en een 9mm Luger die bijna identiek was aan mijn eigen Wilhelmina, knus opgeborgen in de holster onder mijn blazer. 'Ik neem contact met je op als je je hebt in laten schrijven in je hotel. Bestudeer die rommel en wacht tot je van me hoort.'
Tien seconden later was hij op weg naar de deur. Ik volgde hem op de hielen.
Buiten het kantoor van Amalgated Press and Wire Services gingen we uit elkaar. Daarna hoorde ik pas weer van het hoofdkwartier op de avond dat ik de mooie Lorna Terry zou ontmoeten.
Ik stapte net onder de douche vandaan in mij n superdeluxe hotelkamer in Washington toen de telefoon ging.
De vertrouwde stem aan de andere kant zei: 'Ned? Joseph hier.' Ned ... drie letters. Joseph ... zes. Totaal van negen. Trek er drie van af (van mijn classificatie als N3), uitkomst: zes.
'Oké, Joe. Zeg het maar,' antwoordde ik en schreef nauwgezet alle woorden die ik hoorde op een blocnote dat voor me lag.
Het was een lange, ingewikkelde boodschap over een nieuwe klant van World Wide Talent die ik zou ontmoeten als ik in het oosten was. Het eindigde met een paar vreemde feiten en cijfers die te maken hadden met de sommen die door hem waren betaald voor een reclamespot over bevroren sinaasappelsap. Toen hoorde ik de stem van Hawk zeggen: 'Tot ziens, Ned.'
'Oké, Joseph. Ik zal het nagaan. Bedankt voor het telefoontje.' Ik hing snel op en begon elk zesde woord van het bericht te omcirkelen. Toen ik ermee klaar was, las ik: Tweede aanslag verijdeld... doelwit nog in leven ... oranje licht voorgoed gedoofd. Voor mijn geestesoog zag ik de kaart met één gekleurd lichtje minder. Arme donder, dacht ik. Wie je ook bent.
Hoofdstuk 3
De actie was voorbij. Het was een enorm succes geworden met een opbrengst van verscheidene miljoenen voor het PWV en honderden nieuwe vrijwilligers om Schillingers plan te steunen.
Tijdens de hele affaire had ik geen enkele verdachte beweging opgemerkt, niets dat ook maar enigszins gezien kon worden als heimelijk of verdacht. Elk gezicht was één en al glimlach, alle gelaatsuitdrukkingen vol broederlijke liefde. Hawk had gelijk gehad. Ze zaten achter Schillinger aan. Alle actie of verdere toespitsing van het complot zou plaatsvinden waar hij zich bevond.
En nu was hij in Londen. De bijeenkomst in het Palladium was net achter de rug toen die hier begon. En tijdens de bijeenkomst in Washington kregen wij beelden te zien met onder meer Schillingers korte, maar effectieve optreden. Ik bekeek de film heel nauwgezet. Na al een keer bedot te zijn met valse beelden van zijn aankomst, was ik bereid alles te wantrouwen, maar op geen enkele manier waren deze te vervalsen. Ik zag hem het podium van het Palladium oplopen om een staande ovatie in ontvangst te nemen, terwijl hij zich tegenover het publiek verontschuldigde voor het korte optreden dankzij een kou, een paar roerende woorden sprak over het PWV en daarna, onder een staande ovatie, weer verdween. Ditmaal was er niets vals aan, zelfs de kou niet. Ik hoorde de heesheid in zijn gewoonlijk zijdeachtige stem.
Dus Cl en Hawk hadden hun werk goed gedaan. Ten slotte was Schillinger veilig in Londen en het was de taak van C7 dat zo te houden.
Ik had momenteel een heel wat plezieriger opdracht. Ik werd verondersteld Lorna Terry mijn kamer binnen te lokken voor wat vriendelijke ontspanning. Alleen maar om de wereld ervan te overtuigen dat ik werkelijk Ned Crawford was, all-American pikkenzwaaier en showbiztovenaar.
Ik had de gebruikelijke strijd van mannetje en vrouwtje verwacht, zij bezwaren makend terwijl ik aandrong. Ik verwachtte dat het me meer tijd zou kosten aangezien mijn doelwit Amerika's zingende schat was - of swingende schat... Ik was niet op de hoogte van de laatste omschrijving van Variety. In ieder geval was ze gewend nogal wat seksvoorstellen te krijgen en waarschijnlijk kreeg ze er meer dan haar lief was. Het deed geen pijn dat zij een verrekt lekker stuk was.
Ik stapte erop af, zoals verwacht werd van een goede agent die zich uitsloofde voor God, vaderland en de hele reut, en zie-toch-eens-aan, ze zei ja in minder dan tien minuten. Zelfs voor mij was dat een record.
Ze sloeg mijn kamer af, maar stelde haar huis voor, wat toevallig een huis in Georgetown was dat een vriend haar had geleend voor de tijd dat zij in Washington was. Misschien kende ik hem, senator Robbie Hanson? Ik weet niet waarom het mij verraste dat zij de jonge senator kende. Hij had de reputatie van een versierder en het uiterlijk dat er bijhoort. Dus als hij Lorna aansprak, voegde zij zich bij een lange rij vrouwen die hij zijn bed had binnengelokt. Daarnaast was hij één van de vooraanstaande figuren van PWV en dat kon Lorna's interesse in de beweging verklaren en haar aanwezigheid bij deze bijeenkomst.
We babbelden wat over onnozele dingen in de taxi naar Hansons huis, maar eenmaal binnen zorgde Lorna ervoor dat de stemming veranderde. Ze hield het licht gedempt, zette de platenspeler aan en richtte zich onmiddellijk op mij. Ze kleedde zich uit terwijl ik haar naar de slaapkamer volgde.
Glimlachend keek ze naar me op, terwijl haar rode haar uitwaaierde over het kussen. Ik bedekte haar iets wijkende lippen met die van mij. Haar lichaam drukte zich tegen mij aan. Mijn mond gleed naar de satijnzachte huid van haar nek en ik voelde haar bloed kloppen tegen mijn lippen toen ik haar kuste. Het enorme matras werd ons gehele universum toen onze beide lichamen met elkaar versmolten. 'Ned ... oh, Ned ... ' De zachte heesheid van haar stem was het enige dat ik nog hoorde. Ik wist niet langer waar haar huid ophield en waar die van mij begon. Niets wist ik meer en het kon me weinig meer schelen.
Ik zag het bloed kloppen in haar nek toen ze zich in haar kussen drukte. Zonder enige inmenging van mij spanden mijn spieren zich om een zo klein mogelijke afstand tussen ons te bewaren. Onze lichamen versmolten weer met elkaar, al ons besef begroef zich in genot, warme lijven die over de lakens gleden, twee in één nu, werkend naar een hoogtepunt van een enkele kreun van verlichting en tevredenheid.
Toen ik op het punt stond in slaap weg te zakken, voelde ik even een steek van medelijden voor agent Cl. Daar holde hij voort door de Londense mist; hier lag ik, veilig in Washington, dicht tegen het perfecte lichaam van de perfecte Lorna Terry aan ...
In dat moment van half-slaap voelde ik vier ruwe handen op mijn nek en schouders. De handen waren niet alleen ruw, ze waren nog sterk ook. Ze rukten me overeind en toen ik me omdraaide, deels door mijn eigen inspanning, deels door die van hen, deed een smerige dreun tegen ae zijkant van mijn hoofd me plat op mijn gezicht neerkomen. Ik hoorde Lorna gillen, haar vurige smeekbede: 'Nee! Nee! Niet doen, alsjeblieft.'
Mijn instinkt zei me haar te beschermen. Ik draaide me weer om naar de aanvallers, maar een volgende dreun deed me van het bed op het kleed tuimelen. Mijn hoofd raakte een antiek nachtkastje en het kastje, een lamp en een grote, kristallen asbak voegden zich even later bij me op de grond. Ik draaide me om en greep de asbak. Het was niet veel bijzonders als bescherming tegen deze twee gorilla's, maar ik had niet zo veel keus.
Ik was net op handen en voeten toen ze weer bovenop me lagen. Dit keer kreeg ik een glimp van ze te zien. Samen zouden ze het op een weegschaal gemakkelijk tot vierhonderd en dertig pond hebben gebracht en bovenop elkaar zouden ze een goede vier meter hebben gehaald.
Ze kwamen van weerskanten op me af en toen ik me overeind hees, gebruikte ik de asbak ten volle. Ik beschreef er een wijde boog mee, raakte de een tegen zijn voorhoofd en kerfde de ander van oog tot oor. Het hield ze slechts voor een fractie van een seconde tegen, maar dat eventjes gebruikte ik om over het bed heen te duiken. Lorna gilde nog steeds en ze was erin geslaagd de lakens op te trekken, zodat haar naaktheid ten dele was bedekt. Zonder te kijken waar onze ongenode gasten zich bevonden, greep ik naar de stapel kleren die ik had achtergelaten op een stoel.
In mijn rechter broekzak zat Pierre, mijn meest intieme vriend. Pierre is een klein gasbommetje, prachtig uitgedokterd door AXE, voor juist dergelijke noodsituaties. Toen ik me even eerder uitkleedde, had ik hem omzichtig van mijn dij losgemaakt met de gedachte dat zijn aanwezigheid wel een beetje moeilijk te verklaren zou zijn aan Lorna.
Ik onderschatte de snelheid en het uithoudingsvermogen van mijn twee aanvallers. Voor mijn hand de zak had gevonden, laat staan Pierre, voelde ik hun indrukwekkende aanwezigheid overal om me heen. Eén greep me bij de schouders en draaide me om, terwijl de ander me een verpletterende opdonder in mijn gezicht gaf die me groggy terugbracht op het bed, bijna in Lorna's schoot.
Toen ik me omdraaide om naar haar te kijken, maakte een klap in mijn nek het werk af. De wereld veranderde van grijs naar zwart en ik herinner mij de blik van afgrijzen in haar groene ogen te zien en spetters van mijn bloed over heel haar prachtige, blanke huid.